‘Geen boeren, geen voedsel’ is een veelgehoorde leus bij de boerenprotesten tegen het stikstofbeleid van de overheid. Een waarheid als een koe: we zijn (ook in Nederland) voor onze voedselvoorziening afhankelijk van ‘boeren’ over de hele wereld. De uitspraak ‘zonder Nederlandse boeren geen voedsel‘ heeft een minder algemene geldigheid. In principe kan ons rijke land uitstekend al het voedsel dat we nodig hebben op de wereldmarkt kopen.

Als we vrijkomende landbouwgrond in Nederland dan zouden inzetten voor golfbanen, zonnepanelen en woonwijken, zou dat zelfs nog meer op kunnen leveren dan akkerbouw of veehouderij. Zo kan een akkerbouwer momenteel tegen een vergoeding van 3000 euro per ha per jaar zijn grond verhuren voor de plaatsing van zonnepanelen. Een netto saldo per hectare waarvoor hij nauwelijks iets hoeft te doen en dat hij gemiddeld lang niet voor zijn gewassen zal krijgen.

De vraag is of we dit moeten willen. Willen we afhankelijk zijn van de grillen van de wereldmarkt voor onze eerste levensbehoeften? Is het daarnaast wel verstandig om een aantal van de zeer goede randvoorwaarden voor voedselproductie in Nederland te negeren?

Afhankelijkheid maakt kwetsbaar

De recente geschiedenis heeft ons geleerd dat de mondiale beschikbaarheid van voedsel niet vanzelfsprekend is. Er zijn diverse bedreigingen, waarvan we allemaal de voorbeelden kennen: rampen als de kernrampen bij Tsjernobyl en Fukushima, of vulkaanuitbarstingen op IJsland werken ontwrichtend op het logistieke systeem. Ook grootschalige uitbraken van besmettelijke ziekten onder mensen (COVID) en dieren kunnen opeens leiden tot blokkades van internationale goederenstromen. Geopolitieke spanningen en conflicten gaan vaak samen met sancties op in- of export van goederen, en kunnen zelfs leiden tot grootschalige handelsoorlogen, zoals nu zichtbaar rond het conflict in Oekraïne. Sommige bedreigingen hebben een kort en heftig effect, andere duren veel langer en hebben een lange doorwerking.

Een aantal landen ervaart nu al de problemen met de basisvoedselvoorziening, omdat de graanprijs door het Oekraïneconflict enorm is gestegen. Met name landen in het Midden-Oosten en Afrika, die sterk afhankelijk zijn van de import van buitenlands graan, worden hier hard door geraakt. Dat komt ook omdat andere landen hun graanproductie nu vasthouden voor de eigen bevolking, of strategisch graan opkopen. Europa, en zeker Nederland is rijk genoeg om voedsel en grondstoffen te blijven kopen, ook al is de prijs hoog. Tegelijk wordt een land dat afhankelijk is van importen gevoelig voor chantage, zoals nu zichtbaar wordt in de afhankelijkheid van Russisch gas van veel Europese landen.

De positie van Nederland in de toekomst

De goede Nederlandse randvoorwaarden voor voedselproductie zoals vruchtbare grond, voldoende water en een zeer goed kennis- en transport infrastructuur lijken in een veranderende wereld ook steeds belangrijker te worden. Neem klimaatverandering, de voorspelling is dat in Europa in de zuidelijke landen de voedselproductie sterk onder druk zal komen te staan door droogte en hitte. De gematigde klimaatzone, het zeeklimaat en het noordelijke deel van Europa zullen juist een relatief gunstiger uitgangspositie hebben voor voedselproductie. Kunnen we het ons dan veroorloven om in Nederland geen voedsel meer te produceren?

Uit verschillende studies blijkt dat we in Nederland in principe in staat zijn om in onze eigen voedselbehoefte te voorzien. Dit komt door onze zeer hoge productiviteit per hectare. Dan moeten we overigens wel behoorlijk anders gaan eten en flink wat vee weg doen. Mogelijk zelfs een scenario dat de volksgezondheid ten goede kan komen. Zo’n volledig zelfvoorzienend Nederland is waarschijnlijk niet het meest gewenste en efficiënte scenario. We zijn onderdeel van de Europese markt, en we willen graag koffie en thee blijven drinken en bananen en rijst eten. Er is ook niks mis mee om de producten die we hier zeer goed kunnen produceren, op de wereldmarkt te ‘ruilen’ voor producten die we hier minder goed kunnen produceren. Een gezonde exportpositie met landbouwproducten is dus ook een voordeel als je ook wilt kunnen importeren.

Productiviteit blijft belangrijk

Om bovenstaande redenen blijft voor Boerderij van de Toekomst een stabiele en hoge productie van voedsel één van de belangrijkste doelstellingen. Maar wel een productiviteit die samengaat met een lage milieubelasting, zonder uitputting van eindige bronnen en met een hoge basiskwaliteit natuur.

Wijnand Sukkel en Pieter de Wolf