In de landbouw wordt vaak gepraat over ‘voorlopers’. Die term is afkomstig uit het innovatie- en adoptiemodel van Rogers. Dit model beschrijft de introductie van innovaties en onderscheidt vijf adoptiestadia, gekoppeld aan vijf groepen. Deze groepen worden aangeduid met de engelse termen innovators, early adopters, early majority, late majority en laggards. Het model van Rogers wordt vaak in marketing van innovaties gebruikt en is inderdaad mooi zichtbaar in de introductie van bijvoorbeeld de pc en de smartphone.
Op een zeker moment heeft iemand bedacht om dit model ook toe te passen bij innovatie in de landbouw. In het Nederlands wordt het model van Rogers verkleind naar voorlopers en volgers en soms aangevuld met achterblijvers. In het begin van mijn loopbaan bij WUR werkten we al met zogenaamde voorloper-netwerken. Dat waren groepen boeren die bijvoorbeeld werkten aan de vermindering van milieubelasting door gewasbeschermingsmiddelen, aan het verminderen van de uitspoeling van stikstof of het toepassen van nieuwe technologie.
Voorlopers op één thema
Wat mij toen opviel was dat deze mensen vaak persoonlijk geïnteresseerd waren in één aspect van de bedrijfsvoering, bijv. bodem, technologie of iets anders, maar tegelijkertijd niet zoveel interesse hadden in andere onderwerpen. Ze liepen dus wel voorop op één thema, maar op andere onderwerpen zeker niet. In het verleden is daarvoor het concept van ‘bedrijfsstijlen’ uitgewerkt waarin bijvoorbeeld ‘koeienboeren’ en ‘machineboeren’ worden onderscheiden. Koeienboeren hebben wat minder met machines en zullen, waarschijnlijk, zeker niet voorlopen met precisielandbouw. Tegelijk ligt het voor de hand dat machineboeren niet voorlopen op bijv. leeftijd en gezondheid van dieren. Kortom: men loopt voor op het één, maar achter op iets anders. Heel menselijk, maar dat maakt het label ‘voorloper’ wel wat problematisch.
Maatschappelijk stempel
Daarnaast: voorlopers worden ook zo bestempeld omdat ze voorlopen op iets wat wij maatschappelijk wenselijk vinden. En omdat maatschappelijke wensen wel eens wat verschuiven kan iemand die jarenlang als voorloper bekend stond door bijvoorbeeld z’n hoge melkproductie per koe, opeens als achterblijver worden gezien omdat we nu maatschappelijk gaan voor extensivering.
Het is zelfs nog gekker: Ot-en-Sien landbouw wordt nu als hip en progressief gezien, terwijl het met evenveel recht als ouderwets en terug-in-de-tijd kan worden bestempeld. Dat komt overigens ook omdat zogenaamde progressieve partijen wel hele romantische ideaalbeelden over de landbouw koesteren. De inzet van veel handwerk en paarden, zoals Meino Smit voorstelt in z’n proefschrift, wordt omarmd door allerlei (in eigen oog) progressieve mensen.
Weg met het label ‘voorloper’
Wat ik graag zou willen is dat we het voorloper-volger model weer teruggeven aan Rogers en aan de marketeers van technologische gadgets. In de opgaven waar de landbouw voor staat hebben we meer aan een wat inhoudelijker verhaal, waarin wat mij betreft behoefte is aan boeren die experimenteren met allerlei zaken die inspelen op toekomstige uitdagingen. Daarbij zijn een paar dingen van belang voor de overheid en het bedrijfsleven: experimenteer niet met z’n allen met één type oplossing, al is die oplossingsrichting maatschappelijk misschien wel wenselijk, maar wed op meerdere paarden. Daarnaast: organiseer de randvoorwaarden om te kunnen experimenteren. Dek risico’s af, zorg voor kennis & begeleiding en investeer in de ontwikkeling van allerlei oplossingen die nodig zijn.
Misschien dat onze koning eens na kan denken over een aparte onderscheiding voor deze experimenterende boeren. Die verdienen geen stempel, maar een lintje voor hun maatschappelijke bijdrage.
Pieter de Wolf