Onlangs had ik een interessante bijeenkomst over de kennisagenda voor de akkerbouw, met vertegenwoordigers van de sector en kennisaanbieders. Het plan was om een aantal thema’s te benoemen en te kijken hoe we daar met een aantal partijen een kennisaanbod voor kunnen organiseren. Het aardige was dat we op iets heel anders uitkwamen. We waren het er namelijk vrij snel over eens dat de opgaven voor de komende tien jaar zo groot zijn, dat we dat niet redden met optimalisatie van het huidige landbouwsysteem.
We moeten dus iets anders gaan doen…
Optimaliseren en verbeteren, daar zijn we heel goed in. Nòg een beetje efficiënter, nòg hogere opbrengsten met wat minder inputs, etc. Ook het kennisaanbod aan boeren past daarbij: sterk thematisch, bodem, gewasbescherming, bemesting, etc. Niks mis mee, daar is soms ook nog best wat te halen. Maar er is meer nodig, of beter gezegd: er is iets anders nodig. En dat is lastig voor alle betrokkenen.
Bedrijfsvoering op de kop?
Mag je van een akkerbouwer verwachten dat hij z’n complete bedrijfsvoering op de kop zet? Een ander bouwplan, met andere gewassen, andere machines en een andere teeltstrategie? En dan zonder te weten hoe dat precies moet en hoe je de investeringen terugverdient? En mag je van een adviseur verwachten dat hij z’n klanten deze richting op stuurt? Het is begrijpelijk dat veel boeren, al dan niet samen met hun adviseurs, kiezen voor verbetering van specifieke onderdelen van de bedrijfsvoering. En in het onderzoek gaat het vaak ook zo: niet te veel variabelen tegelijk, ook om de complexiteit van het onderzoek te beperken. En wie heeft tegenwoordig nog verstand van alles?
Niet alles tegelijk
Tegelijk vermoed ik dat heel veel boeren, adviseurs, onderzoekers en andere betrokkenen het gevoel hebben dat we er zo niet komen. Dat is ook één van de redenen dat we met de Boerderij van de Toekomst gekozen hebben voor een systeem wat op meerdere aspecten tegelijk een (forse) verandering doorvoert. Op onderdelen staat het niet zover af van de praktijk. Er zijn in Nederland wel boeren die iets doen met vaste rijpaden, strokenteelt, andere gewasbeschermingsstrategieën, precisielandbouw etc., maar vrijwel niemand doet alles tegelijk.
Kritiek is makkelijk
Echter, met de Boerderij van de Toekomst krijgen we dan de wonderlijke situatie dat we de kritiek krijgen uit de sector dat we te ver van de praktijk afstaan. Dat wij als onderzoekers niet moeten denken dat dit de oplossing is. Omdat ik die mensen zelden persoonlijk spreek, niet alleen vanwege corona, maar ook omdat ze dat zelden hardop uitspreken tegen ons, wil ik in hier graag uitleggen hoe het zit.
Punt één: ja, het systeem van de Boerderij van de Toekomst staat wat verder van de praktijk. Dat is ook belangrijk, omdat we volgens mij met elkaar vinden dat we er met het optimaliseren van de boerderij van vandaag niet komen. Dan heb je dus een plek nodig en een partij die dan iets kan en durft neer te zetten wat behoorlijk vernieuwend is. Dat doen wij dus, met steun van het ministerie van Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit en de provincie Flevoland, en WUR investeert zelf ook mee. Ja, u leest het goed, er zit (nog) geen geld in van de sector, terwijl die het grootste belang heeft.
Punt twee: wij denken helemaal niet dat dit enige, ultieme oplossing is. Laten we gewoon met elkaar constateren dat niemand exact weet hoe het verder moet met de landbouw. Ik ook niet, op een somber moment vraag ik me ook af hoe akkerbouwers in de toekomst een inkomen moeten realiseren. Maar dat is geen reden om dan maar af te wachten. Je komt alleen verder als je aan de slag gaat, iets probeert, daarvan leert en je ideeën verder aanscherpt. En benoemt waar het dan op vastloopt.
We weten het ook niet, maar daarom gaan we aan de slag
Daarom wil ik iedereen oproepen om mee te gaan doen. Oké, we weten het ook niet, maar laten we aan de slag gaan. Ik denk dat we het wel eens zijn over de uitdagingen die op ons af komen. Wij hebben met onze beste kennis en ideeën een voorzet gegeven op de Boerderij van de Toekomst. We proberen en leren op 25 hectare en nemen daar ook als WUR de nodige risico’s op ons. Ik vraag niet om waardering, maar ik wil wel zeggen: ‘Denk even na of het verstandig is om een initiatief af te branden dat bij wil dragen aan jouw toekomst.’ Dat wil niet zeggen dat we geen kritiek willen: graag zelfs! We hebben de komende jaren mensen nodig die slimmer zijn dan wij, die betere ideeën hebben, die ons wijzen op dingen die we vergeten, die we niet goed doen. En misschien hebben we nog wel meer behoefte aan mensen die het net als wij het ook niet precies weten, maar gewoon aan de slag willen, dingen proberen, leren en zo wijzer worden.
Wij zijn begonnen, doet u mee?
Vragen en wensen uit politiek en samenleving vragen om een beter verhaal dan zeggen ‘dat het niet kan’ of ‘we doen het al heel goed.’ Dat betere verhaal is wat mij betreft dat we de uitdagingen herkennen en erkennen, dat we ons stinkende best doen om ze te realiseren, dat ons dat ook voor een groot deel gaat lukken. En dat we voor alles wat niet lukt dan ook kunnen zeggen: we hebben het echt geprobeerd. Vanuit de Boerderij van de Toekomst zeg ik nu: Wij zijn al begonnen, u ook? Doet u mee?
Pieter de Wolf