Boerderij van de Toekomst

“Het huidige voedselproductiesysteem is niet volhoudbaar.”

Home » Nieuws » “Het huidige voedselproductiesysteem is niet volhoudbaar.”

Nieuwe Oogst publiceerde onlangs een interview met Wijnand Sukkel ter gelegenheid van zijn afscheid bij WUR. Hieronder leest u een samenvatting van dit gesprek met een van de drijvende krachten achter de Boerderij van de Toekomst.

Na een studie Plantenveredeling en een korte periode als rassenonderzoeker kwam Wijnand in 1992 in dienst bij het toenmalige Proefstation voor de Akkerbouw en de Groenteteelt in de Vollegrond (PAGV), de voorloper  van WUR Open Teelten. Al snel raakte hij betrokken bij het onderzoek naar duurzame landbouwsystemen waarvoor in Nagele zelfs een aparte proeflocatie was ingericht. Wijnand: “Overal om je heen zag je schaalvergroting en specialisatie optreden. Op zich logisch want met grote percelen kun je efficiënt werken en je machines terugverdienen. Maar je zag ook dat de oprukkende monoculturen een negatieve weerslag hebben op de biodiversiteit. Terwijl die zo belangrijk is om voedselproductie in stand te houden. Ik kwam tot het besef dat het huidige voedselproductiesysteem niet volhoudbaar is. Maar ik ben er ook van overtuigd dat het mogelijk is om hoogproductieve landbouw te combineren met een grotere biodiversiteit.” Tegelijkertijd zag de onderzoeker dat ook de maatschappij steeds kritischer werd op het huidige landbouwsysteem.

Ambities gerealiseerd

Al deze ontwikkelingen mondden in 2020 uit in de start van de Boerderij van de Toekomst op de WUR-locatie in Lelystad. In een systeem met strokenteelt op onbereden teeltbedden van 3 meter breed werden hoge ambities nagestreefd zoals een hogere stikstof efficiëntie, een grotere biodiversiteit en lagere (of gerecycleerde) inputs van meststoffen en fossiele energie. Terugblikkend ziet Wijnand dat veel van die ambities ook al (gedeeltelijk) zijn gerealiseerd. “Die hogere stikstof efficiëntie halen we al door de inzet van vlinderbloemigen en groenbemesters en door precies te bemesten. Vanwege de hoge stikstofefficiëntie zijn de lachgas- en stikstofemissies klein. Ook de bodem reageerde zeer positief, zag de onderzoeker. “Wij konden in het kletsnatte najaar van 2023 prima aardappels rooien. En in het daaropvolgende voorjaar konden we een maand eerder poten dan de gangbare praktijk.” Ook de regelmatige aanvoer van organische stof en het groen houden van de akkers pakte positief uit. “De doorworteling wordt beter en de biodiversiteit neemt toe, zowel onder- als bovengrond. En de strokenteelt draagt ook bij aan natuurlijke plaagbeheersing.”

Ondanks de positieve effecten zou Wijnand een gangbare akkerbouwer nu nog niet adviseren om over te schakelen op 3 meter strokenteelt. “We zien dat de biodiversiteit kan toenemen, maar het is niet altijd eenvoudig inpasbaar met de huidige mechanisatie en is ook lastiger te realiseren op minder goed verkavelde bedrijven.” Tegelijkertijd ziet hij dat de experimenten met strokenteelt ook al een aantal ‘spin-offs’ hebben opgeleverd. “De 15 meter strokenteelt met twee gewassen op een perceel is momenteel al vrij goed toepasbaar.  Daarnaast zijn er ook interessante experimenten gedaan met agroforestry en mengteelten, bijvoorbeeld combinaties met vlinderbloemigen, als vorm van gewasdiversiteit”.

Weersextremen

De Boerderij van de Toekomst heeft volgens Wijnand ook belangrijke lessen opgeleverd over de weerbaarheid tegen weersextremen. “In ons systeem is de ondergrondse biodiversiteit toegenomen en dat heeft weer een positief effect op de bodemstructuur. De bodem kan een extreme regenbui dan sneller opnemen en afvoeren. En gewassen wortelen dieper waardoor ze het langer volhouden bij droogte.” Toch moet die betere bodemconditie geen reden zijn om de randjes op te zoeken met laat oogsten, stelt de voormalige onderzoeker. “Integendeel. De herfsten en winters worden steeds natter. Bij late oogst breng je jezelf in de problemen en verpest je de bodem. We moeten juist toe naar vroegere rassen van aardappelen en suikerbieten. Maar dit vraagt een grote omslag bij zowel telers als afnemers.”