Boerderij van de Toekomst - Flevoland

Potentie robuuste aardappelrassen: ‘Het wordt een race tegen de klok

Home » Flevoland » Nieuws » Potentie robuuste aardappelrassen: ‘Het wordt een race tegen de klok

Robuuste (phytophthora resistente) aardappelrassen zijn onmisbaar voor Farm-to-Fork ambities, maar: ‘Het wordt een race tegen de klok’. Het is de ambitie van de EU om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in 2030 met vijftig procent te hebben verminderd. Voor de aardappelsector betekent het, dat het telen van robuuste aardappelrassen (rassen die resistent zijn tegen phytophthora) onvermijdelijk is. Zo bleek tijdens het webinar ‘de potentie van robuuste rassen’ van 14 september. Anders halen we de doelen niet. Maar een natte zomer als deze helpt niet bij die ambities.

Aardappeltelers zijn grootgebruikers van gewasbeschermingsmiddelen. Phytophtora is nog altijd een sloper en vraagt om aangepakt te worden. Deze natte zomer heeft maar weer eens bewezen dat de phytophthora-druk immens is en spuiten onvermijdelijk. Aan de webinar-tafel (onder leiding van Pieter de Wolf van Boerderij van de Toekomst), zijn Geert Kessel (WUR), Jan Eric Geersing (Geersing Potato) en Erik Haasken (McCain) het ook snel eens: de aardappelsector moet iets doen om het gebruik van gewasbescherming te verminderen. Die wil is er ook wel, maar de klok tikt. Geert Kessel: ‘Er is geen betere “veredelaar” dan phytophthora zelf. Het past zich zo snel aan aan resistentie. Het is heel lastig om dat met veredelen voor te blijven. Ik was best optimistisch, maar een zomer als deze helpt niet. We zijn weer aardig teruggefloten.’ Waar Kessel onder meer op doelt, is dat robuuste rassen (die dus phytophthora resistent zijn), toch snel weer gevoelig blijken voor mutanten als er grote uitbraken zijn. Zoals deze zomer. Robuust is dan zo weer gangbaar. Jan Eric Geersing: ‘Daarom is resistentiemanagement ook zo belangrijk. Je moet op blijven letten en ingrijpen als het nodig is. We kunnen nog niet zonder gewasbescherming.’ Toch bood hij ook hoop. Hij had nieuws in petto. ‘We hebben een nieuw biologisch middel dat effectief is voor de biologische teelt van robuuste rassen als er toch phytophtora uitbreekt. Dat lijkt goed te werken.’ Maar hij had ook een waarschuwing. ‘Biologisch is mooi, maar als daar niets gedaan wordt tegen een uitbraak, kan het ook de standaardgewassen aantasten.’

Robuust met ICM: mooi koppel

Tijdens het webinar was er een poll met de vraag of chemievrij telen van aardappelen (met bijvoorbeeld robuuste rassen) haalbaar is in 2030. Driekwart van de deelnemers dacht van niet. Maar op de poll-vraag of robuuste rassen een deel van de oplossing zijn, antwoordde bijna iedereen met: ja. Want naast zorgen over phytophthora-ontwikkeling, is er ook hoop. Inmiddels zijn er al meer dan dertig robuuste rassen die hun kracht bewezen hebben. Geert Kessel nam de webinar-deelnemers mee in een stuk theorie over phytophthora en liet zien hoe goed Integrated Crop Management (ICM) in combinatie met robuuste rassen werkt. ‘Die twee samen zorgen ervoor dat we aanmerkelijk minder hoeven te spuiten. ICM in combinatie met vatbare rassen levert al voordeel op (maximaal negen keer spuiten), bij ICM in combinatie met robuuste rassen was in een proefveld twee keer spuiten zelfs voldoende. Alleen het natte 2023 laat zien dat daar meteen weer problemen ontstaan. Er moest nu toch weer vaker worden bestreden.’

GMO onmisbaar

Maar veredelaars staan niet stil. Er komen steeds meer nieuwe robuuste rassen die resistent zijn tegen meerdere phytophthora genen. Geersing denkt dat klassieke veredeling het mogelijk maakt om tussen nu en 2030 grote stappen te maken. Ook al is het snel en kost klassiek veredelen veel tijd. Kessels was sceptischer. Hij denkt dat voor grote stappen ontwikkelingen als crispr-cas toch overwogen moeten worden. De kijkers van het webinar waren ook van mening dat GMO-technieken onmisbaar zijn. 72% denkt dat het niet anders kan. En dan is er nog het verkoopkanaal. Erik Haasken van McCain liet weten dat McCain bezig is met het promoten van robuuste rassen bij haar telers, en is ook bezig met zaken als regeneratieve landbouw. Een goede bodem kan immers ook besmetting voorkomen. Haasken: ‘We ondersteunen telers daar ook bij.’ Maar met name in de frietindustrie (de grootafnemer, de –biologische-tafelaardappel is een stuk kleiner qua segment) is het robuuste ras nog niet heel populair. Haasken: ‘De consument wil het nog niet. Dat zit onder meer in de kleur van de friet. Maar 2030 is een hard doel, dus we gaan ons best doen als McCain om samen met de keten (van veredelaar, teler tot verwerkende industrie-red), toch meer robuuste rassen te gaan telen. Er zal ook een moment komen dat de consument zich de luxe niet meer kan veroorloven om niet te kiezen voor een robuuste frietsoort.’ Conclusie van het webinar was dan ook: ja, er is potentie voor robuuste rassen. We moeten zelfs, door samen te werken in de keten. Maar de klok tikt. Het is een race tegen de klok. Nog maar zes jaar voordat het 2030 is.

Bekijk hier het webinar terug.