In het Brabantse Reusel ligt Reusel Airport. Een luchthaven zonder vertrekhallen of drukke incheckbalies. Want van de start- en landingsplekken stijgen geen vliegtuigen op, maar drones… Met drones en sensoren verzamelt boer Jacob van den Borne namelijk allerlei mogelijke data over zijn gewassen. Denk bijvoorbeeld aan bodemvochtigheid en bladgroei. “Op deze manier kan ik tot op de plant nauwkeurig bepalen wat een gewas nodig heeft. Mijn jarenlange ervaringen met precisielandbouw zal ik delen binnen het WUR-project Nationale Proeftuin Precisielandbouw en uiteindelijk wil ik uitgroeien tot de Brabantse Boerderij van de Toekomst.”
Jacob Van den Borne zet allerlei innovatieve technieken in om beter met zijn land om te gaan. Sensoren meten de bladgroei en geven door hoe vaak het land wordt bereden. En ook met satelliet- en dronebeelden houdt hij zijn gewassen nauwlettend in de gaten. “Zo kan ik zien of planten water nodig hebben en wanneer een insectenplaag mijn gewas tergt. Ook kan ik precies bepalen op welk moment en hoeveel dierlijke mest ik moet toepassen zonder dat het de omgeving schaadt. Met al deze informatie kan ik zowel ecologisch als economisch gezond boeren.”
Sensorgestuurde gewasbescherming
Het bedrijf is al sinds 2006 intensief bezig met precisielandbouw en gaat meedraaien met het laatste jaar van het WUR-project Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL). De projectleider van NPPL, Corné Kempenaar, legt uit: “Er zijn veel nieuwe technieken op het gebied van precisielandbouw waarmee boeren zoals Jacob duurzamer kunnen produceren. Maar deze veelbelovende technieken zijn vaak ingewikkeld en niet genoeg beproefd in de praktijk. Binnen het project helpen we boeren en tuinders verder met het toepassen van deze technieken. Denk bijvoorbeeld aan sensorgestuurde gewasbescherming, opbrengstmonitoring of peilgestuurde drainage waarmee je water langer vast kunt houden in de grond.”
Taakkaart
“Wij werken inmiddels twee jaar met strokenteelt en passen al verschillende van deze technieken toe,” vult van den Borne aan. “De ervaringen die we opdoen ga ik binnen het NPPL-project delen met andere boeren. Zo werk ik met sensorgestuurde onkruidbestrijding. Met dronebeelden stellen we op enkele centimeters nauwkeurig vast waar onkruid groeit. Vervolgens maken we vanuit de bedrijfsmanagementsoftware een zogenoemde taakkaart. De spuitmachine kan deze kaart ‘inlezen’ en bespuit enkel die plantjes die nutriënten van het hoofdgewas stelen. Zo gaat het gebruik aan middelen flink omlaag.”
Daarnaast wil Van den Borne andere boeren laten zien op welke manier je een product kunt vermarkten waarbij bodem en boer erop vooruit gaan. Zo komt het ‘frietje precies’, gemaakt van aardappel, pastinaak en bataat (zoete aardappel) van zijn land. “Het moest wel een bijzonder frietje worden, geteeld in strokenteelt zonder gebruik van kunstmest. Dat is gelukt. We gebruiken alleen dierlijke mest en die passen we alleen toe wanneer een plant het nodig heeft. Zo verminderen we emissies, zoals ammoniakemissies, naar de lucht.”
“Met strokenteelt kun je gronden behouden en veel toevoegen aan de biodiversiteit”
– Jacob van den Borne
Brabantse Boerderij van de Toekomst
Uiteindelijk wil Jacob van den Borne zijn bedrijf laten uitgroeien tot de Brabantse Boerderij van de Toekomst. Op een Boerderij van de Toekomst testen en demonstreren boeren nieuwe teeltsystemen, methoden en technologieën, zodat deze sneller en beter beschikbaar komen voor de praktijk. Van den Borne: “In Lelystad staat de eerste Boerderij van de Toekomst. Het is mijn ambitie om een ‘praktijkschool’ te zijn waar boeren technieken in de praktijk kunnen testen. En waar ze kunnen leren hoe ze al hun data kunnen integreren in hun bedrijfsvoering. Zulke proeftuinen zijn de volgende stap naar het nieuwe boeren.”
“We hopen dat er op meerdere plekken in Nederland Boerderijen van de Toekomst worden opgezet”
– Corné Kempenaar
De experts van de Boerderij van de Toekomst (Lelystad), waar ook Kempenaar bij betrokken is, zullen Van den Borne hierbij ondersteunen: Kempenaar: “We gaan samen bekijken welke doelen voor zijn boerderij passen bij de regio en wat er nodig is om de doelen te bereiken. Het gaat o.a. om kennisuitwisseling op het vlak van agro-ecologie of technieken.” Van den Borne vult aan: “Met die kennisuitwisseling zijn we al bezig. Zo heeft Lelystad meegekeken naar de rotatie voor mijn strokenteelt en welke gewassen je het beste naast elkaar kunt zetten.” Kempenaar: “Daarnaast zullen we samen bekijken hoe de Brabantse Boerderij van de Toekomst helemaal rendabel te maken is. Uiteindelijk hopen we dat er op meerdere plekken in Nederland Boerderijen van de Toekomst worden opgezet.”
Eerste Boerderij van de Toekomst
De eerste Boerderij van de Toekomst is te vinden in Lelystad en is mede ontstaan vanuit het ervaringen binnen het project Nationale Proeftuin Precisielandbouw. Kempenaar: “De vraagstukken waar we met de Boerderij van de Toekomst oplossingen voor willen vinden liggen op het gebied van biodiversiteit in de landbouw, maximaal gebruik van reststromen, en hoe om te gaan met een teveel en een tekort aan water. Ook onderzoeken we hoe we het gebruik van kunstmest en pesticiden kunnen minimaliseren. Uiteindelijk willen we klimaatneutraal produceren. Dit alles onder de werktitel Kringlooplandbouw.”
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Het project Nationale Proeftuin Precisielandbouw en De Boerderij van de Toekomst worden beiden aangejaagd door Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het ministerie stak 2,4 miljoen euro in de Boerderij van de Toekomst in Lelystad. De Boerderij van de Toekomst heeft als doel om in verschillende gebieden met regionale landbouw en omgevingsuitdagingen aan de slag te gaan. Het ministerie hoopt hiermee dat de beoogde duurzame praktijk van 2030 sneller voor meer boeren dichterbij komt.
Benieuwd hoe Jacob van den Borne data verzamelt en wat hij hier allemaal mee kan doen? Luister dan naar deze podcastaflevering van Databoeren waarin hij hierover vertelt.