Help je aardappelgewas een handje: zo bepaal je de juiste stikstofgift

Foto: Guy Akkermans

Als boer wil je natuurlijk een zo hoog mogelijke opbrengst van je aardappelgewassen. Stikstofbemesting is één van de factoren die hier invloed op heeft. Bij Boerderij van de Toekomst vliegen we met drones boven het gewas, waarmee we de stikstofbehoefte meten en tot op de centimeter nauwkeurig kunnen zien waar en hoeveel er moet worden bij bemest. Hoe? Dat lees je in dit artikel.

Waarom is bijmesten eigenlijk zo belangrijk? Wij vroegen het onze experts Fedde Sijbrandij en Willem van Geel (beiden onderzoeker bij Wageningen University & Research). Sijbrandij en Van Geel geven aan dat de groeiomstandigheden in en rondom het perceel van jaar tot jaar en van perceel tot perceel variëren. Daardoor is de benodigde stikstofgift om te voorzien in de gewasbehoefte nooit hetzelfde. Momenteel stellen veel telers de stikstofgift vooraf vast en geven deze in één keer of in twee delen.

Stikstof-bijbemestingssystemen

Met een stikstof-bijbemestingssysteem kan tijdens het groeiseizoen van het gewas de stikstofgift zo goed mogelijk afgestemd worden op de groeiomstandigheden, waaronder de weersomstandigheden en het stikstofaanbod uit andere bronnen (zoals mineralisatie van stikstof in de bodem). Door bijsturing tijdens de teelt kan men nauwkeuriger stikstof bemesten dan wanneer wordt uitgegaan van een vooraf vastgestelde stikstofgift. Daarmee wordt derving van opbrengst of kwaliteit door een te lage of hoge stikstofgift voorkomen. Ook voorkomt het onnodig stikstofverlies door een te hoge gift.

Er wordt in de praktijk echter (nog) niet veel gebruik gemaakt van stikstof-bijbemestingssystemen. De klassieke systemen die er zijn bij aardappel, zijn gebaseerd op een meting van de N-mineraalvoorraad in de bodem tijdens het groeiseizoen of meting van het nitraatgehalte in de bladstelen van de aardappelplanten. De monstername kost vrij veel tijd en daar komen nog de analysekosten bij. Al met al niet een ideale manier waarop je de stikstofbehoefte kunt bepalen.

Meten van lichtreflectie

Een nieuw systeem, dat beschikbaar is via Akkerweb, is bijbemesting op basis van meting van de lichtreflectie door het gewas met sensoren. Aan het begin van het groeiseizoen wordt dan circa 65% van de normaal gesproken toegediende stikstofgift gegeven. Hiermee heeft het gewas voorlopig genoeg stikstof om goed te kunnen groeien. Vier tot zes weken na opkomst van de aardappelen wordt met sensoren een opname van het gewas gemaakt. Dit kan met sensoren die aan de trekker zitten, aan drones of via satellietbeelden. Bij Boerderij van de Toekomst is dit gedaan op basis van de sensorbeelden c.q. gewasreflectiemeting, waarmee een biomassa-index wordt berekend. Met zo’n biomassa-index (voor NBS worden WDVI of CI-red gebruikt) wordt een schatting van de stikstofopname van het gewas gemaakt. Deze wordt vergeleken met een streefwaarde voor de N-opname, die onder andere afhankelijk is van de weersomstandigheden tijdens de groei en de beoogde opbrengst. Met behulp van de NBS-app kan vervolgens berekend worden of en zo ja hoeveel stikstof het gewas nog nodig heeft om de benodigde streefopbrengst te behalen.
Uit de dronebeelden is niet af te leiden hoeveel stikstof er in de bodem zit. Het gewas zelf is de indicator voor de stikstofvoorziening. Een punt van aandacht is wel dat men moet nagaan of de achterblijvende gewasgroei en N-opname daadwerkelijk worden veroorzaakt door stikstofgebrek of dat er een andere oorzaak is, bijvoorbeeld droogte. Dat kan extra stikstof niet verhelpen, irrigatie wel.

Om de NBS-module te gebruiken, is een account op www.akkerweb.eu nodig. Eenmaal ingelogd is de app gratis te gebruiken. Voor het downloaden van de daadwerkelijke taakkaart moet wel afgerekend worden. Agrifirm heeft een handleiding/ instructievideo gemaakt hoe deze app te gebruiken is:

Gebruik van drones

Voordelen van het gebruiken van drones zijn dat er geen monsters hoeven worden genomen in het veld. Dit bespaart arbeid. Daarnaast kan met een drone de variatie in gewasstand binnen een perceel in kaart worden gebracht en op basis hiervan kan variabel worden bijbemest. De teler hoeft niet per sé zelf een drone aan te schaffen, maar kan (tegen betaling) dronebeelden afnemen van gespecialiseerde dronevliegers.

Een nadeel is dat een dronebeeld relatief duur is ten opzichte van een satellietbeeld. Daarentegen zijn satellietbeelden minder nauwkeurig (per vlakken van 10 bij 10 meter kunnen ze iets over het gewas zeggen) en ben je bij het gebruik ervan afhankelijk van bewolking. Het kan zo zijn dat er een maand geen goede satellietbeelden beschikbaar zijn omdat het steeds net bewolkt is wanneer de satelliet overvliegt. Met een drone is de vlucht te plannen waardoor men verzekerd is van goede beelden op basis waarvan het bijmest-advies gemaakt kan worden. Dronebeelden geven ook veel nauwkeuriger informatie, zeker als de beelden met RTK-nauwkeurigheid worden vastgelegd, namelijk op vlakken van een paar centimeter groot. Dit is een belangrijk punt bij strokenteelt: satellieten geven in dat geval geen bruikbare informatie omdat die ene strook niet precies in beeld is te krijgen. Maar ook wanneer een groot perceel bij bemest gaat worden en een kunstmeststrooier met een werkbreedte hebt van bijvoorbeeld 24 meter beschikbaar is, kan precisie van belang zijn als het perceel niet homogeen is en de benodigde stikstofgift op diverse delen van het perceel verschilt.

Meer weten over de mogelijkheden van drones op het gebied van bijmesten? Stuur je vraag op naar boerderijvandetoekomst@wur.nl en wij beantwoorden hem zo snel mogelijk!