Regeneratieve landbouw: vergeet de definitie, betere bodem is de basis

Een handjevol boeren in Nederland noemt zichzelf regeneratief. Maar wat regeneratief precies is, daar is nog wel onduidelijkheid over. “Toch is er een collectief besef bij boeren dat ze ‘iets’ aan bodemverbetering moeten doen”, weet Wijnand Sukkel van de WUR en specialist op dit gebied. “Of je dat nu regeneratief noemt of niet.”

Natuurinclusieve landbouw, biologische landbouw, kringlooplandbouw, agro-ecologie , regeneratieve landbouw…. Het zijn allemaal leden van eenzelfde familie. “Do no harm”, vat Sukkel samen. “Ze willen allemaal de bodemkwaliteit op peil houden en niet slechter maken.” Toch gaat regeneratief voor Sukkel een stapje verder. “Regeneratief wil geen status quo van de bodemkwaliteit, maar de bodem echt verbeteren. Versterken in plaats van uitputten.”

Dat dat moet, daar is vriend en vijand het wel over eens. Sukkel: “Boeren ervaren dat de bodemkwaliteit onder druk staat door onder andere ondergrondverdichting en andere structuurproblemen. Hierdoor is de teelt gevoeliger voor extreme weersomstandigheden als wateroverlast en droogte. En ze snappen dat ze wat moeten doen.”

Teveel definities

Toch is er slechts een handjevol (aantallen en hectares in Nederland zijn niet bekend-red.) dat zichzelf regeneratief noemt. Sukkel: “Er zijn teveel definities over wat regeneratief nu precies is en iedereen geeft er een eigen draai aan.”

Erg vindt Wijnand Sukkel dat overigens niet. “Het gaat erom dat de boer bewust met zijn bodem bezig is. Dat de bodem ook in de toekomst vruchtbaar blijft. Dat snapt-ie ook wel. De bodem is immers het kapitaal van de boer. De bodem is de draaischijf van het bedrijf. Die bodem moet beter. Het doel is belangrijk, niet de exacte manier waarop.”

Instrumenten

Er zijn inmiddels ook voldoende instrumenten om – even los van de definitiediscussie- ‘regeneratief’ te worden: de bodem te verbeteren. Stapje voor stapje. Denk daarbij bijvoorbeeld aan vaste rijpaden, wisselgewassen, groenbemesters, organische mest, minder zware machines, rupsbanden tegen bodemverdichting. Sukkel: “Bij de Boerderij van de Toekomst experimenteren we daar mee. De aandacht voor bodem wordt hier gecombineerd met de toepassing van een hoge diversiteit in gewassen door onder andere een ruime vruchtwisseling, mengteelten en strokenteelt. Dit gaat samen met de ontwikkeling van nieuwe technologie om alles op termijn ook arbeidstechnisch en economisch haalbaar te maken. Bij regeneratief zorgen gewassen veel meer voor eigen weerstand. Bij onze benadering van regeneratief zijn gewasbeschermingsmiddelen ook niet perse verboden. De schade voor de leefomgeving van de toepassing van deze middelen moet echter wel minimaal zijn.”

Elke bodem eigen benadering

Sukkel zegt ook: “Elke bodem vraagt een eigen benadering. Alles is contextafhankelijk.” Maar dan komt altijd direct de saldo-vraag naar boven. Levert regeneratief wel genoeg op voor de boer? Sukkel: “Dat rekensommetje is lastig omdat het nooit maatwerk is. Maar ik stel de vraag altijd anders. Doe je niks? Wat kost de bewerking van je land dan in de toekomst? Kunstmest wordt duurder, machines worden duurder, brandstof, verdichting, extreme weersomstandigheden. Je zult wat moeten doen om een gezonde bodem te houden. Anders gaat de opbrengst vanzelf achteruit. Een gezonde bodem zorgt uiteindelijk voor een gezonde bedrijfsvoering. En de boer is zich er echt wel van bewust dat het anders moet. Hoe we nu werken is niet toekomstbestendig.”

Multinationals

Zelfs de multinationals in de voedselketen zitten op het regeneratieve spoor. Dat doen ze voor een deel samen in de ‘One Planet Business for Biodiversity’. Sukkel: “Criticasters zeggen dat dat vooral greenwashing is, maar ik zie ook bij de multinationals echt een generatie die veel klimaatbewuster denkt. Maar ook hier heeft iedereen weer zijn eigen definitie van regeneratief.”

Regenerative farming

Een team van onderzoekers van de universiteiten van Wageningen, Utrecht en Amsterdam, gecoördineerd door TiFN, onderzoekt hoe het Nederlandse landbouwsysteem regeneratief kan worden, met een positief effect op de natuur en de leefomgeving, en met gezonde verdienmodellen. Dit team werkt samen in een publiek-privaat samenwerkingsprogramma dat wordt gefinancierd door FrieslandCampina, Cosun, BO akkerbouw, Rabobank, Topsector Agri & Food en TiFN. Er wordt gewerkt met een praktijknetwerk van boeren in Nederland. Dit netwerk vergemakkelijkt het delen van ervaringen tussen boeren, meet het effect van de ‘best practices’ en helpt onderzoekers van boeren te leren welke systemische veranderingen nodig zijn om een transitie naar regeneratieve landbouw mogelijk te maken. Het praktijknetwerk bestaat nu uit twintig boeren.