Werken aan een plan voor een vitale landbouw tijdens Future Farming & Food Experience, deel 1: Gewasbescherming

Buiten reden veldrobots rond die onkruid wiedden. Binnen praatten boeren, wetenschappers en allerlei andere betrokken partijen over de onderwerpen technologie, verdienmodellen, circulaire bemesting en gewasbescherming: tijdens de eerste editie van Future Farming & Food Experience werkten zij samen aan een plan voor een vitale landbouw.

Future Farming & Food Experience is een agrarisch openluchtfestival, dit jaar voor het eerst georganiseerd door de Nationale Proeftuin Precisielandbouw en Boerderij van de Toekomst. Deze bijeenkomst vond eind mei plaats bij WUR Open Teelten in Lelystad.

Iedereen weet dat het anders moet in de landbouw, maar er is nog geen uitgekristalliseerde boerderij van de toekomst. Daarom konden boeren, wetenschappers, ketenpartijen, adviseurs, toeleveranciers, certificeerders en natuurorganisaties tijdens het openluchtfestival Future Farming & Food Experience in gesprek over de landbouw van de toekomst en kennismaken met de bijbehorende uitdagingen en oplossingen. Een van de dialogen ging over gewasbescherming. Een aantal gespreksleiders en deelnemers vertellen wat hen opviel aan de gesprekken.

Wijnand Sukkel, onderzoeker agroecologie (WUR)

“Het viel me op dat iedereen het bewustzijn en de wil heeft om de milieu-impact van de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen te verlagen. Maar agrariërs hebben een dilemma: de afbouw van beschikbaarheid van middelen gaat sneller dan de beschikbaarheid van alternatieven zoals resistente rassen, of ‘groene’ middelen. Te snel volgens de gespreksdeelnemers aan een van de tafels. Landbouwers voor kleine gewassen en sierteelten zijn hierdoor soms genoodzaakt om over te gaan op niet toegelaten toepassingen. Meer tijd nemen is volgens hen het sleutelwoord. Volgens de deelnemers zijn er nog een aantal zaken nodig om de milieueffecten van gewasbeschermingsmiddelen te verminderen: zo moeten we de 0-tolerantie loslaten (zoals geen enkel luisje in de sla), behalve misschien voor uitgangsmateriaal en quarantaine-organismen. Het is dus belangrijk om aan de consument en retail uit te leggen waarom er wel eens een vlekje zichtbaar is, dan krijgen zij wellicht een andere perceptie van kwaliteit. Daarnaast is meer aandacht nodig voor meer weerbare teeltsystemen èn het investeren in techniek. Want verbeterde technieken zoals beeldherkenning, precisiebespuiting en beslissingsondersteuning kunnen ook helpen om de milieu-impact van gewasbeschermingsmiddelen sterk te verkleinen. Een weerbaar teeltsysteem is een combinatie van maatregelen zoals de toepassing van een grotere diversiteit in de geteelde gewassen, een gezonde bodem en bevordering van natuurlijke vijanden. Boeren willen zeker de genoemde alternatieven toepassen maar dat kunnen ze niet alleen. Kennisontwikkeling, regelgeving en financiële zekerheid moeten samen met alle belanghebbenden worden opgepakt.”

Stefanie de Kool, programma-manager plantaardige agroketens Stichting Milieu Keur

“Wat mij opviel bij de gesprekken is dat de diverse gesprekspartners aangaven dat de doelstellingen in de uitvoeringsagenda gewasbescherming heel helder zijn en er geen discussie is over waar we naartoe moeten. Het viel me ook op dat er bij de gesprekspartners een sterk gevoel van urgentie was dat er echt iets moet gebeuren, of beter gezegd dat er nog heel veel moet gebeuren om tot een echt duurzame gewasbescherming te komen. Men vroeg zich wel af of die urgentie door iedereen voldoende wordt gevoeld en er snel genoeg wordt gehandeld. We kwamen tot de conclusie dat dit een opdracht is voor de hele samenleving en zeker niet alleen voor de boeren en tuinders. Consumenten moeten bewust worden gemaakt van het feit dat voedsel alleen duurzaam geproduceerd kan worden als er een eerlijke prijs wordt betaald en dat land- en tuinbouwproducten bovendien natuurproducten zijn die niet allemaal op elk moment van het jaar duurzaam geproduceerd kunnen worden en waarop wel eens een afwijking of een vlekje kan zitten. Supermarkten en detailhandel hebben een belangrijke rol in het maken van duurzame keuzes bij de inkoop en in de voorlichting naar consumenten zodat zij bewust worden van de noodzaak om meer in lijn met het seizoen te eten en natuurlijke afwijkingen op producten te accepteren. Boerderij van de Toekomst kan hieraan bijdragen door de ontwikkeling van duurzamere teeltsystemen, transparantie over de consequenties voor kostprijs en beschikbaarheid van producten, waarmee munitie wordt geboden voor het aanzwengelen van de discussie over de benodigde keuzes van overheid, retail en consument.”

Dirk-Jan Beuling, akkerbouwer in het Drentse Eerste Exloërmond. Verbouwt zetmeelaardappels, zaaiuien, gerst, wintertarwe, en suikerbieten

“Consumenten zeggen dat ze duurzame producten willen. Maar als zij voor de schappen van een supermarkt staan, kiezen ze toch vaak de goedkopere en minder duurzame producten: dat was één van de conclusies tijdens de gesprekken. Ook gaven deelnemers aan dat het merendeel van de boeren minder chemische middelen wil spuiten. Alleen is het risico op een mislukte oogst dan wel groter. De deelnemers vonden dan ook dat er echt werk moet worden gemaakt van een goed verdienmodel voor boeren die duurzaam telen. Op mijn eigen akkers werk ik aan weerbare gewassen en experimenteer ik met groene gewasbeschermingsmiddelen. Mijn schuur heeft nog nooit zo vol gestaan. Fabrikanten zijn namelijk nog zoekende naar goed werkende biovarianten. Het is een spannende exercitie om te achterhalen welke middelen echt goed werken. Ook interessant is het zaaien van tagetes, deze planten weren schadelijke insecten. Of het gebruik van biologische bladversterkers in de suikerbietenteelt, dat werkt tegen bladziektes. De belangrijke volgende stappen? Doorgaan met experimenteren, bijvoorbeeld op Boerderij van de Toekomst. Boeren moeten vertrouwen krijgen in alternatieve gewasbeschermingsmiddelen. Er moet aandacht zijn voor resultaat, het aanpassen van machines, de bemensing en het verdienmodel. Boerderij van de Toekomst moet dan ook communiceren hoe een experiment heeft uitgepakt, of het in de praktijk toepasbaar is. Daarnaast moeten alle betrokken partijen met elkaar in gesprek blijven tijdens bijeenkomsten als deze Future Farming & Food Experience. Ik hoop dat de volgende keer meer praktiserende boeren aanschuiven.”

Floor Ambrosius, advisor agriculture and food, van het Wereld Natuur Fonds

Eén gesprek is me in het bijzonder bijgebleven. Een boer vertelde enthousiast dat hij het als uitdaging ziet om minder pesticiden te gebruiken. Soms moet hij deze middelen nog wel inzetten om het risico op een mislukte oogst te voorkomen. Maar hij experimenteert ook met natuurlijke plaagbestrijders op zijn akkers. Hij vind het belangrijk om hieraan te werken: voor de natuur en vanuit bedrijfseconomisch perspectief, want pesticiden zijn duur. Het viel me ook op dat sommige boeren zich zorgen maken over de framing van agrariërs in de huidige stikstofcrisis. Het voelt voor hen alsof ze in de media worden neergezet als natuurverwoesters. Als WWF denken we juist dat het productiesysteem waarin boeren klem zitten het probleem is. We moeten met z’n allen samenwerken aan een toekomstbestendige landbouw die in balans is met de natuur, met een goed toekomstperspectief voor boeren. Hierbij is het belangrijk om alle betrokkenen mee te nemen in wat het begrip biodiversiteit nou eigenlijk precies inhoudt. Het zou mooi zijn als boeren bijvoorbeeld zelf de biodiversiteit en de waterkwaliteit op en rond hun erf kunnen meten. Dan kunnen ze direct zien wat het effect is van bloemrijke akkerlanden of het gebruik van minder insecticiden. Dan gaat het onderwerp echt leven.’

Houd de website en volgende nieuwsbrieven in de gaten: dan zoomen we in op de dialogen technologie, verdienmodellen en circulaire bemesting.

Meer info over de Open Dag van 31 mei.