Resultaten voucherregeling:

Bladluizen lokaal en real-time monitoren

Bladluizen zijn een groot probleem voor de agrarische sector. Ze kunnen naast zuigschade ook virussen overbrengen van een zieke naar een gezonde plant. Hierdoor neemt de productie van de plant af en kan hij zelfs afsterven. Om dat te voorkomen bestrijden boeren bladluizen met insecticiden. Janne Kool: “Voor een duurzamere landbouw hebben we binnen het project APHID, dat onder de voucherregeling valt, een eerste stap gemaakt waarmee de timing van deze behandelingen kan worden verbeterd. Hierdoor zullen ineffectieve sprays verminderen. We kunnen bladluizen nu namelijk lokaal en real-time monitoren, maar nog niet soortspecifiek.”

Janne Kool

Bladluizen komen veel voor op landbouwgewassen. Ze voeden zich met het sap van een plant en kunnen tientallen virussen verspreiden. Dat gaat razendsnel: een bladluis neemt een virus uit een besmette plant op tijdens het proeven of die plant wel een geschikte waardplant is. Dit proces kost meestal slechts enkele seconden. Als de bladluis doorvliegt naar een nieuwe plant en daarvan proeft, wordt het virus overgedragen.

“Een plant met een virus verzwakt. De bladeren verkleuren of verwelken en uiteindelijk kan hij helemaal afsterven,” zegt Janne Kool, onderzoeker bij Wageningen Plant Research. “Een boer bestrijdt bladluizen vaak met insecticiden, maar spuit soms te vroeg of te laat. Hierdoor zijn sommige sprays ineffectief. Dit kan duurzamer. Hiervoor is het belangrijk om heel precies te weten wanneer bladluizen waar zijn. Wij hebben gekeken hoe we het monitoren van deze beestjes kunnen automatiseren, lokaal en real-time. Dan krijgt de boer een stabiele datastroom en kan hij of zij heel precies bepalen wanneer het nodig is om te spuiten.”

Digitale camerachips

De onderzoekers werkten hiervoor samen met het Oostenrijkse bedrijf Pessl Instruments. Dat bedrijf ontwikkelt en verkoopt allerlei sensoren voor de landbouw, waaronder automatische insectenvallen. Deze vallen zijn gebaseerd op digitale camerachips die dagelijks foto's van kleverige platen maken waar insecten aan vast blijven zitten. De beelden worden naar een server gestuurd, waar getrainde kunstmatige intelligentie de insecten binnen een minuut detecteert en telt.

Bas Allema, onderzoeker entomologie voor duurzame gewasbescherming: “Deze vallen hadden een probleem: om bladluizen te kunnen zien zijn hoge resolutie beelden nodig. De camera moest flink inzoomen waardoor hij slechts een klein deel van de kleverige plaat kon vastleggen. We konden dus niet zien wat er op de rest van de plaat zat. Een ander probleem was de bijvangst: de val trok bijvoorbeeld ook vliegen aan waardoor de bladluizen minder goed zichtbaar waren.” Janne Kool vult aan: “De vraag was dus: hoe kunnen we de insectenval zo aanpassen dat we bladluizen wel goed zien?”

Pessl Instruments zette een nieuwe lens op de insectenval en de onderzoekers bekeken hoe ze de gevleugelde luizen in aardappelgewassen precies voor de camera konden laten landen. Janne Kool: “We ontwikkelden een plaat waarvan maar een kleiner stuk kleeft, waardoor er meer kans is om bladluizen voor de camera te vangen. Daarnaast is de plaat fluorescerend van kleur waardoor hij minder vliegen en vlinders vangt. We hebben de val dus efficiënter gemaakt voor het monitoren van bladluizen.” Bas Allema: “Het lokaal en real-time monitoren lukt. We zien hoeveel bladluizen er zijn. Een volgende stap is om deze data te combineren met weergegevens en te integreren met data van andere cameravallen in een regio om een real-time bladluis voorspellingsmodel te maken.”

Weergegevens

De onderzoekers combineerden ook historische vanggegevens uit Nederland met weergegevens om te voorspellen wanneer de eerste vlucht bladluizen binnenkomt. “Bladluizen planten zich voort totdat er teveel bij elkaar zijn, dan krijgen ze vleugels en vliegen ze weg. Als het te koud is groeit de kolonie niet. We hebben een regressiemodel gemaakt: we kijken naar het aantal dagen dat het boven een bepaalde temperatuur is. Zo kunnen we ongeveer voorspellen wanneer zwarte bonenluizen komen aanvliegen.”

Het APHID-project valt onder de voucherregeling, volgens Kool een belangrijke regeling: “Het geeft jonge onderzoekers de kans om in contact te komen met het bedrijfsleven, een groot project te leiden en aan een netwerk te bouwen.” Allema is het daar helemaal mee eens: “Daarnaast zorgt het project ervoor dat de samenwerking binnen WUR sterker wordt, we helpen elkaar nu ook bij andere projecten. In de toekomt willen we de bladluisvallen uitrusten met weerdetectoren, want het microklimaat speelt een rol bij het aanvliegen van bladluizen. We hopen dat we hiervoor een tweede voucherregeling krijgen.”